Michael Braungart wil de kennis over cradle to cradle (C2C) niet langer bij zijn eigen bedrijf EPEA houden, zo meldt Duurzaam Nieuws. De strenge en dure certificeringsprocedures waaraan C2C-projecten tot nu toe verplicht worden onderworpen om goedkeuring te krijgen, zijn een fout geweest, zei de C2C-grondlegger afgelopen woensdag in Amsterdam. Braungart pleitte voor een open register, waarin iedereen een C2C-project kan aanmelden om het vrij met anderen te kunnen bediscussiëren.
Braungart was in Amsterdam voor de opening van een cradle-to-cradle-tentoonstelling in stadsdeel Oost-Watergraafsmeer. In zijn toespraak legde hij uit dat het systeem van certificering in de begindagen van cradle to cradle een noodzakelijk kwaad was. "Bedrijven hadden een label nodig om hun product in de markt te kunnen zetten. Zonder certificaat kom je als tapijthandelaar in de Verenigde Staten een gebouw niet in."
Veel kritiek
In Nederland hebben Braungart en zijn C2C-partner William McDonough de afgelopen paar jaar veel kritiek gekregen op het certificeringssysteem. Door geïnteresseerde bedrijven te dwingen een duur adviestraject in te kopen bij henzelf of aan hen gelieerde bureaus, zouden ze een doorbraak van cradle to cradle in de weg hebben gestaan. Ook laadden de twee de verdenking op zich dat zij helemaal niet de wereld wilden verbeteren, maar vooral zelf veel geld wilden verdienen met het ontwerpconcept waarbij grondstoffen eindeloos kunnen worden hergebruikt.
Met die kritiekpunten rekende Braungart in Amsterdam af. Hij pleit nu voor een systeem waarbij de kennis over cradle to cradle openbaar is en waarbij bedrijven en andere partijen elkaar zonder tussenkomst van EPEA kunnen adviseren en corrigeren.
Lees het hele artikel op Duurzaam nieuws
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reageren? Graag! Maar de redactie keurt reacties wel eerst even goed.